Kwaaltjes

Urineverlies tijdens de zwangerschap

Urineverlies komt regelmatig voor bij zwangere vrouwen, maar hier wordt over het algemeen niet veel over gesproken. Vrouwen vinden het gênant, terwijl het een zwangerschapskwaaltje is waar veel vrouwen last van hebben.

Hoe komt het?

In het begin van je zwangerschap zal je al merken dat je vaker moet plassen. Dit komt doordat je lichaam meer bloed verwerkt vanwege de zwangerschap. Na de eerste 12 weken zal de blaas zich ’s nachts sneller vullen. Dit komt omdat je overdag meer vocht vasthoudt, dat een weg zoekt naar je blaas wanneer je gaat liggen. Richting de bevalling zal je meer last kunnen krijgen van ‘stressincontinentie’, waarbij je urineverlies kunt ervaren wanneer je moet niezen of hoesten. Door het hormoon progesteron zijn de urinebuis en het spierweefsel verslapt, waardoor je gemakkelijker urine verliest. Ook de zware baarmoeder drukt op je blaas. Twijfel je of je urine of vruchtwater verliest? Neem dan altijd contact op met je verloskundige.

Wat kun je ertegen doen?

Het doen van oefeningen kan helpen. Span bijvoorbeeld de spieren rond de vagina aan, alsof je een plas ophoudt. Doe dat 10 keer achter elkaar gedurende 6 tot 8 seconden. Span nu nog een keer maximaal aan en probeer daarbovenop 5 snelle, korte aanspanningen te doen zonder te ontspannen. Let op dat je daarbij de bil-, buik- en beenspieren ontspannen houdt. Herhaal deze oefening 2 tot 3 keer per dag. Dat kan overal en altijd, want niemand die het ziet!

Urineverlies na de bevalling

Na de bevalling zal je waarschijnlijk vaker moeten plassen, omdat je lichaam het vastgehouden vocht weer kwijt wil. Ook urineverlies komt na de bevalling nog regelmatig voor. Je bekkenbodemspieren kunnen namelijk verzwakt zijn door de bevalling. In de meeste gevallen krijgt je bekkenbodem na enige tijd zijn ‘normale’ vorm weer terug. Bekkenbodemoefeningen kunnen ook helpen. Zijn de klachten na 4 weken na de bevalling nog niet weg? Raadpleeg dan je huisarts. 

3 Leestijd: 3 min.

Deel dit artikel op: